Byron duikt op

Wie zei wat over de liefde?

‘Vrouwen, schrijft Simone de Beauvoir in 1949 in De tweede sekse, beleven de liefde op volkomen andere wijze dan mannen. Ze citeert Lord Byron om dat verschil uit leggen: waar liefde voor de man “een op zichzelf staande factor” is, daar is die voor de vrouw “haar hele bestaan”,’ schrijft Basje Boer in Pose: over hoe we kijken en wie we spelen.

Basje Boer gaat niet nader op het citaat van Lord Byron in, zoals ook Simone de Beauvoir dat in De tweede sekse niet deed:

Lord Byron vergelijkt Robert Southey met Julianus de Afvallige

Om zijn voormalige docente Elizabeth Finch te eren, schrijft Neil een essay over haar favoriete historische figuur Julianus de Afvallige. Hij doet uitgebreid onderzoek en stuit op allerlei literaire verwijzingen naar deze Julianus. Lord Byron is maar een van de vele bronnen die Neil in zijn essay citeert:

‘Byron begint Don Juan (1819-1824) door zijn epos vol sarcasme op te dragen aan zijn collega-dichter Robert Southey, die, net als Wordsworth, als een vurig revolutionair was begonnen, om na verloop van tijd tot een behoudend lid van de gevestigde orde te verschrompelen. “Bob” Southey aanvaardde in 1813 de benoeming tot poet laureate, wat hem, in de ogen van Byron, tot “een epische renegaat” maakte. De opdracht bij het gedicht eindigt zo:

               Afvalligheid is ook al modieus
               Eén geloof aanhangen is een herculische taak geworden
               Vindt u niet, mijn beste tory, ultra-Julianus?’

               (vertaling: Ronald Vlek)

Schrijver Julian Barnes citeert in zijn roman Elizabeth Finch alleen de laatste drie regels. De tekst van de complete opdracht luidt als volgt:

Het verzameld werk van Lord Byron: ideale strandlectuur


Het zijn niet alleen literaire schrijvers die naar Lord Byron verwijzen. In De roadtrip van Beth O’Leary leest een van de personages de complete werken van Byron op het strand:

Schiet Lord Byron Florette Dijkstra te hulp?

In De vrouw met het pistool, het derde van de vier essays in Verdwenen levens: op zoek naar een alpinist, een geniaal gen, een partizane en een stel voortvluchtigen zoekt Florette Dijkstra naar de naam van een  amazone op een tekening van August Knip. Florette Dijkstra vermoedt dat zij betrokken is bij het beleg van Den Bosch in 1794.

Als ze de moed al bijna heeft opgegeven, stuit ze op het verslag van een archeologische opgraving. Een van de lichamen zou volgens Florette Dijkstra in aanmerking kunnen komen, ware het niet dat uit onderzoek naar het skelet blijkt dat de vrouw nooit dierlijke proteïnen nuttigde, en dat roept twijfels op:

Jaap Goedegebuure over So, we’ll go no more a roving

In Door de jaren heen lezen: over boeken en schrijvers (2022) haalt Jaap Goedegebuure herinneringen op aan boeken die hij gelezen heeft (en aan de schrijvers van die boeken).
Een van de columns is gewijd aan So, we’ll go no more a roving van Lord Byron. Goedegebuure leerde Byron kennen tijdens de lessen Engels op het gymnasium, maar eigenlijk kende hij maar één gedicht: So, we’ll go no more a roving,

Lord Byron over William Beckford

Als Bill Bryson in Een huis vol: een kleine geschiedenis van het dagelijks leven aanbeland is bij de salon, noemt hij in dat hoofdstuk onder andere Fonthill Abbey ‘het werk van twee vreemde, fascinerende mannen: William Beckford en de architect James Wyatt.
Hij refereert aan Beckfords rijkdom en schrijft: ‘Byron heeft hem in een gedicht “Engelands rijkste zoon” genoemd, vermoedelijk terecht.’

De bron van dat citaat noemt Bill Bryson niet, maar het gaat hier om Childe Harold’s Pilgrimage. In Canto I, Stanza XXII, duikt ‘England’s wealthiest son’ op:

Straatpoëzie in Utrecht: Walk smiling o’ver this paradise

https: straatpoëzie.nl

Op de zijgevel van Byronstraat 28 in Utrecht staat een dichtregel van Lord Byron:

‘Walk smiling o’ver
this paradise’

De tekst is daar in 2008 aangebracht op initiatief van de toenmalige bewoonster Marijke Kamsma, die de tekst ook vormgaf.

Koningin Sophie las Lord Byron

In de roman Het torentje van Adelheid (2021) van Marja Visscher krijgt Adelheid, de echtgenote van Thorbecke (en hoofdpersoon van de roman), een leestip van Sofie, echtgenote van Koning Willem III:

‘[…] Trouwens, ik zou het haast vergeten, hier heb je de boeken terug. Heb je nog iets in je bibliotheek voor de komende tijd?
“Ik las Lord Byron en Jean-Jacques Rousseau. Neem Lord Byron maar, een lekker dik boek. Childe Harolds Pilgrimage, over een losbandige jongeman die afleiding zoekt in zijn buitenlandse reizen. Ik heb het net uit maar kan je vertellen dat die alle geneugten van het leven wel heeft leren kennen. Ook wel weer een beetje excentriek, maar ja, dat is Byron zelf ook min of meer. Kijk maar of je het wat vindt. Ik heb er wel van genoten. De held die het opneemt voor de onderdrukten, zoals je dat vaker leest.” ’

Dat koningin Sophie Lord Byron en Jean-Jacques Rousseau gelezen heeft, staat vast. Ze hield nauwkeurig bij wat ze las.

Lord Byron: ‘another great breakup artist’

In het artikel Break up songs owe a lot to the love lorn lyrics of the Romantics op de The Conversation plaatst Anthony Howe hedendaagse break-up songs in een historische context. Hij komt nadat hij William Wordsworth en Samuel Coledridge genoemd heeft al snel uit bij Lord Byron: ‘The titan of Romantic disappointment (and wine abuse) was Lord Byron, another great breakup artist.’

Volgens Anthony Howe schreef Lord Byron met ‘Love may sink by slow decay,/ But by sudden wrench, believe not,/ Hearts can thus be torn away’ – regels uit het gedicht Fare Thee Well – ‘the most powerful, but also complex, break-up lyrics in the English language’.

Maar Howe waarschuwt de lezers van Byrons break-up song ook:

Zoeken naar een naar Childe Harold’s Pilgrimage geschilderd fresco van Louis Pasteur

Louis Pasteur door Albert Edelfelt, Public domain, via Wikimedia Commons


Frankrijk maakt zich op de voor de viering van de tweehonderdste geboortedag van Louis Pasteur. In een van de artikelen die in de aanloop naar de herdenking verschenen, wordt gememoreerd dat Louis Pasteur leerling was van het Collège Victor-Hugo in Besançon. Louis Pasteur bezocht de school – die toen nog Collège Royal de Besançon heette – van 1839 tot 1842. In dat stuk – Le collège Victor-Hugo se souvient de l’élève Louis Pasteur à Besançon – komt een verloren gegaan fresco ter sprak dat Louis Pasteur op een van de muren van de school schilderde. Het fresco stelde een scène uit Childe Harold’s Pilgrimage van Lord Byron voor.