Op 22 januari 1971 werd in Londen The Byron Society heropgericht als voortzetting van de op 22 januari 1876 in Londen opgerichte The Byron Club, die bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog alle activiteiten had gestaakt. De Byron Society begon voortvarend met het organiseren van conferenties en de publicatie vanaf 1973 van het nog steeds bestaande The Byron Journal. Daarnaast wilde de Society ook in andere landen de oprichting van nationale clubs bevorderen.
Tezelfdertijd was er ook in Nederland sprake van een toegenomen interesse voor Byron, ongetwijfeld mede door de herdenking in 1974 van de honderdvijftigste sterfdag van Byron; bovendien was er in de jaren zeventig van de vorige eeuw ook meer in het algemeen sprake van een herwaardering van de Romantiek.
In Rotterdam was Gerlof Janzen de oprichter van een leeskring waar het werk van Byron gelezen en besproken werd. Ook de in Groningen als lector (en later als hoogleraar Middel-en Nieuwgriekse taal-en letterkunde) werkzame Wim Aerts was in Byron geïnteresseerd. Via de International Byron Society kwamen deze twee met elkaar in contact en zij richtten op 19 april 1975 het Nederlands Byron Genootschap op. Om ook elders in het land leden te winnen, werd hieraan onder meer bekendheid gegeven door mededelingen in de universiteitsbladen.
Aanvankelijk bestonden de activiteiten van het Nederlands Byron Genootschap vooral uit de bijeenkomsten van leeskringen in Rotterdam en Groningen. De leden van de leeskringen vormden een gevarieerd gezelschap met zeer uiteenlopende achtergronden.
Door natuurlijk verloop en verhuizingen kwam er in de jaren negentig van de vorige eeuw een einde aan de bijeenkomsten van de leeskringen.
Daarnaast werd er ook regelmatig een landelijke bijeenkomst georganiseerd, waarvoor aanvankelijk The British Council te Amsterdam een ruimte beschikbaar stelde. Later werd er ook gebruik gemaakt van het Teylers Museum te Haarlem en diverse andere locaties. De laatste jaren vinden de bijeenkomsten plaats in het Multatuli Huis in Amsterdam.
Eén van de hoogtepunten in het nog prille bestaan van de Nederlands Byron Genootschap was ongetwijfeld de door de International Byon Society in het kader van hun jaarlijkse conferentie georganiseerde Byron Tour die in 1982 de Lage Landen aandeed.
Na bezoeken aan Brugge, Gent, Antwerpen, Mechelen, Brussel, Waterloo en Leuven, werden de deelnemers ontvangen in Rotterdam ten huize van Gerlof Janzen, waar zij kennis maakten met de leden van de Rotterdamse leeskring. De tour werd traditiegetrouw besloten met een seminar, georganiseerd door Wim Aerts in de universiteit van Groningen met als thema ‘Byron the prose writer’.
De landelijke bijeenkomsten werden en worden in de regel besloten met een geanimeerde maaltijd in een naburig restaurant. Een fraaie beschrijving van zo’n samenzijn is te vinden in Tessa de Loo’s Een varken in het paleis, waarin zij haar tocht van Ioanina in Noord-Griekenland naar Tepelenë in Albanië beschrijft. Zij volgde daarbij de voetsporen van Lord Byron en John Cam Hobhouse, die dat traject in 1809 in het kader van hun Grand Tour aflegden.
‘Anderhalf jaar later, in december, hield het Nederlands Byron Genootschap zijn jaarlijkse bijeenkomst in Amsterdam tegen het passende decor van arcadische wandschilderingen in het grachtenpand van The British Council. Er was een gastspreker uitgenodigd die te voet jouw spoor had gevolgd in de Noord-Griekse provincie Epiros, vanaf Preveza waar jullie aan land waren gegaan. Zo absurd was mijn plan met jou mee te reizen dus ook weer niet.
De spreker deed meteen het licht uit; de wandschilderingen maakten plaats voor dia’s die minstens zo arcadisch waren. […] Op de eerste dia was onze gastspreker te zien terwijl hij zich, middelzwaar bepakt, met een herdersstaf in de hand monter voortbewoog over een geitenpad. Rondom bevonden zich slechts heuvels en bergen, maar dat scheen hem niet te deren. Er volgden meer dia’s van ongeplaveide wegen, kronkelpaden, half ingestorte bruggetjes en puinhopen van vestingen of herbergen. Sommige dia’s waren zo levensecht dat je als het ware zelf in het stoffige, mythische landschap rondsjouwde, in het roodkoperen licht van de namiddagzon. Dat was een prettige gewaarwording, want buiten was het december en er stroomde koud water door de grachten.
[…]
De leden van het genootschap verplaatsten zich naar een naburig restaurant. Tafels werden aaneengeschoven, ieder zocht zich een plaats. Ik wachtte af tot de gastspreker was gaan zitten en legde beslag op de stoel tegenover hem. Nadat enkele aperitiefjes hem in de stemming hadden gebracht nodigde ik hem, over de Maigret [sic] de Canard met sinaasappelsaus heen, uit met me mee te gaan naar Tepelenë. Er was geen moment van aarzeling te bespeuren in zijn reactie, hij hoefde niet eerst een slok wijn te nemen of een andere oversprongbeweging te maken om moed te vatten. Hij zei, met een geamuseerd en verbaasd lachje, meteen ja.’
(uit: Een varken in het paleis / Tessa de Loo. Amsterdam : Arbeiderspers, 1998, p. 21-23.
Naast het organiseren van bijeenkomsten, publiceert het Genootschap sinds 2000 jaarlijks een uitgebreide Nieuwsbrief, met artikelen van zeer uiteenlopende aard.
Illustratie
Header: fragment van een schilderij van Theodoros Vryzakis. Theodoros Vryzakis maakte het in 1861. Het is zijn versie van de ontvangst van Lord Byron in Mesolonghi in 1824.